Filter
Top Products
15
9 . 9 . LEGE BATTERIJ INDICA T O R
Rechts boven op het scherm ziet u de batterij-indicator. De capaciteit van de
batterij wordt weergegeven in de vorm van een al dan niet gevulde batterij.
• Wanneer de batterij-capaciteit beneden een bepaald peil zakt, hoort u een
bieptoon.
• Wanneer u op de lijntoets drukt, hoort u om de 5 seconden een
waarschuwingstoon.
• Wanneer de batterij volledig leeg is, schakelt het display uit. Uw handset
functioneert niet meer.
9 . 1 0 . B A B Y C A L L
U kan uw handset zo programmeren dat bij het indrukken van de lijntoets en gelijk
welke toets (behalve de AAN/UIT- en Menu/OK/ toets), automatisch een
bepaald vooraf geprogrammeerd nummer gevormd wordt. Hierdoor kan een per-
soon in nood of een kind dat de werking van een telefoon niet kent snel een num-
mer vormen zonder een verkeerd nummer te vormen.
• Om de babycall-functie te laten functioneren, dient de gebruiker eerst het
babycallnummer in te geven en deze functie te activeren via het menu
(zie 10.5.4 Babycallnummer programmeren). Wanneer deze functie geactiveerd
is, verschijnt ‘Babycall’ op het display.
• Het geprogrammeerde babycallnummer wordt automatisch gevormd door op
een willekeurige toets te drukken (behalve de AAN/UIT-toets en de
Menu/OK/ toets).
• Om de babycall-functie uit te schakelen, dient u op de
Menu/OK/ toets te drukken. Op het display verschijnt ‘Activeer Deact.’
• Selecteer ‘Deact.’ met de pijltjes-toetsen en druk op de Menu/OK/ toets om
de babycallfunctie uit te schakelen.
9 . 1 1 . C I J F E R K L A VIER TIJDELIJK BLOKKEREN
Deze functie wordt gebruikt om het cijferklavier te blokkeren en te vermijden dat
uw toestel ongewenst wordt gebruikt. Men kan dan enkel nog de
geprogrammeerde noodnummers vormen.
• Deze functie wordt geactiveerd via het menu (zie 10.5.1 Klavier tijdelijk
blokkeren). Wanneer deze functie geactiveerd is, verschijnt ‘Tijd. gebl.’ op het
display.
14
nummer van het display en keert uw toestel terug naar standby mode.
9 . 5 . MICROFOON UITSCHAKELEN
Deze functie dient om te voorkomen dat uw gesprekspartner u op een bepaald
moment kan horen (u wil bevoorbeeld even iets overleggen met een collega) door
de microfoon uit te schakelen.
• D r uk op de Menu/OK/ toets tijdens een gesprek of tijdens een
intercomgesprek om de microfoon van de handset tijdelijk uit te schakelen.
Op het display verschijnt ‘X’.
• Om de microfoon terug aan te schakelen dient u nogmaals op de
Menu/OK/ toets te drukken. ‘X’ verdwijnt van het display.
9 . 6 . INSTELLEN LUIDSPREKER V O L U M E
De Zeno 200 heeft 4 geluidsniveau’s met een verschil van 6dB per niveau gaande
van stil naar luid.
• Wanneer u tijdens een gesprek op de pijltjestoets ‘naar boven’ drukt, wordt het
volume met 6 dB verhoogd. Zodra het volume het maximale niveau bereikt
heeft, kan het volume niet meer verhoogd worden.
• Wanneer u tijdens een gesprek op de pijltjestoets ‘naar beneden’ drukt, wordt
het volume met 6 dB verlaagd. Zodra het volume het minimale niveau bereikt
heeft, kan het volume niet meer verlaagd worden.
9 . 7 .D O O RV E R B I N D E N
Door middel van de doorverbindtoets R - ook flash of R-toets genoemd - kan u
g e s p rekken doorverbinden naar andere toestellen aangesloten op uw PABX
telefooncentrale. Zie hiervoor ook de gebruiksaanwijzing van uw telefooncentrale.
9 . 8 . PAGING VAN BASISSTATION NAAR HANDSETS
Via de pagingtoets op de basis kan men alle handsets oproepen om bijvoorbeeld
een handset terug te vinden.
• Druk op de paging-toets van het basisstation.
• Een herhaald paging-signaal wordt gedurende maximaal 30 seconden
uitgestuurd naar alle handsets.
• Om het paging-signaal te onderbreken, dient u opnieuw op de paging-toets van
het basisstation te drukken.