Topcom ZENO 200 Cordless Telephone User Manual


 
27
De aanduiding ( ) duidt aan welke handset geselecteerd werd om als enige
handset te bellen bij een binnenkomende lijn.
10.6.2 DOORVERBINDEN
Bij de optie ‘Doorverbinden’ kan men bij een interne oproep naar een handset
doorschakelen naar een andere handset.
Wanneer de optie ‘Doorverb.’ wordt geselecteerd, dient u de PIN-code van de
basis in te geven.
Wanneer u de correcte PIN-code heeft ingegeven, kan u door middel van de
pijltjestoetsen of de cijfertoetsen selecteren naar welke handset een oproep
dient te worden doorverbonden (doorgeschakeld). De aanduiding ( ) geeft ook
hier weer aan welke handset geselecteerd werd.
10.6.3 PAUZE INVOEGEN
Wanneer u de Zeno 200 achter een telefooncentrale gebruikt, moet u voor het
doorschakelen naar een buitenlijn eerst de toegangscode vormen. Na deze code
moet u meestal eerst een tijdje wachten alvorens u de kiestoon van de buitenlijn
hoort. Pas daarna kan men het externe nummer vormen. Met de optie ‘Pauze invoe-
gen’ kan men deze pauze tussen de toegangscode voor de buitenlijn en het vormen
van het externe nummer automatisch laten invoegen. M.a.w. men kan het volledige
nummer zonder te wachten op de externe kiestoon gaan invoeren. Ook nummers
die opgeroepen worden uit het geheugen zullen met deze functie zonder problemen
gevormd kunnen worden.
Wanneer de optie ‘Pauze inv.’ wordt geselecteerd, dient u de PIN-code van het
basisstation in te geven. Wanneer u de correcte PIN-code heeft ingegeven, wordt
u gevraagd of u deze functie wenst aan of uit te schakelen. Wanneer u
selecteert om deze functie te activeren, verschijnt ‘Code’ op het display en dient
u de toegangscode in te geven waarna de pauze steeds dient te worden
ingelast.
Wanneer u de toegangscode heeft ingegeven en op OK heeft gedrukt, dient u de
pauzetijd in te geven. U kan kiezen tussen ‘Kort’ en ‘Lang’.
Wanneer u de pauzetijd heeft geselecteerd, wordt u gevraagd of u nog meer
wenst in te geven. U kan antwoorden door middel van het selecteren van ‘Ja’ of
‘Nee’.
26
10.6. ALGEMEEN (MENU VOOR ALGEMENE INSTELLINGEN)
In het menu ‘Algemeen’ kan u kiezen tussen 4 opties:
1. Belmode
2. Doorverb. (doorverbinden)
3. Pauze inv. (pauze invoegen)
4. T/P mode
10.6.1 BELMODE
Via de optie ‘Belmode’ kan u zelf bepalen welke handset(s) moet(en) rinkelen bij een
oproep van de buitenlijn. U wordt gevraagd de PIN-code van het basisstation in te
geven. Wanneer u de correcte PIN-code heeft ingegeven, kan u een keuze maken uit
vier belmodes:
1. Alle HS (alle handsets)
2. Cyclisch
3. Enkel > Alle
4. Enkel
1. Wanneer de optie ‘Alle HS’ wordt geselecteerd, zullen alle handset bellen
wanneer een buitenlijn binnenkomt.
2. Wanneer de optie ‘Cyclisch’ wordt geselecteerd, zal eerst de eerste handset
bellen en na 2 belsignalen zal handset 2 bellen, dan 3,4,....6,1.....
3. Wanneer de optie ‘Enkel > Alle’ wordt geselecteerd, dient u het nummer van de
handset in te geven die als eerste dient te bellen bij een binnenkomende lijn (in
de veronderstelling dat er meerdere handsets aangesloten zijn). Na 2 beltonen
zullen alle handsets gaan rinkelen.
4. Wanneer de optie ‘Enkel’ wordt geselecteerd, dient u de handset die als enige
mag bellen bij een binnenkomende lijn, te selecteren. In de veronderstelling dat
er 4 handsets zijn aangesloten, verschijnt het volgende op het display:
< Bel mode>
(HS#1 Enkel)
HS#2 Enkel
HS#3 Enkel
HS#4 Enkel