8
Cocoon 85/95
onmiddellijk in verbinding met de oproeper. U hoeft de Lijntoets
niet meer te drukken. Deze functie dient echter wel geprogrammeerd
te worden ( zie 4.17 Automatisch opnemen).
4.3 Nummerherhaling
• Druk op de Herkiestoets . Het laatst gevormde nummer verschijnt
op de display.
• Druk op de Lijntoets . Het nummer wordt automatisch gevormd.
• Druk op de Lijntoets om, na het gesprek, de verbinding te
verbreken.
4.4 Geheugennummers programmeren
In het geheugen kunnen 10 indirecte nummers (van max 24 cijfers)
geprogrammeerd worden.
• Druk op de Programmeertoets , gevolgd door de Geheugentoets
.
• Geef het geheugenplaatsnummer (0-9) in.
• Geef het telefoonnummer in dat u op deze geheugenplaats wil
bewaren.
• Druk op de Geheugentoets . Er weerklinkt een bevestigingstoon.
Opmerkingen :
• Alle geheugennummers worden gewist als de standaardwaarden terug
ingesteld worden (zie 4.18).
• Wenst u een pauze in te voegen, druk dan op de Herkiestoets op de
plaats waar u de pauze wenst.
4.5 Een geheugennummer oproepen
• Druk op de Lijntoets .
• Druk op de Geheugentoets gevolgd door het
geheugenplaatsnummer (0-9).
• Het geheugennummer wordt automatisch gevormd
• Druk op de Lijntoets om, na het gesprek, de verbinding te
verbreken.
4.6 Babycall
Deze functie laat u toe één enkel specifiek nummer te pro g r a m m e re n
(geheugenplaats 0) dat automatisch gevormd wordt wanneer men eender
welke toets drukt, behalve de Pro g r a m m e e rtoets . Voor het activeren
van deze functie, doet u het volgende :
• Druk op de Programmeertoets .
• Druk op cijfertoets ‘6’.
• Druk op cijfertoets ‘1’ om de functie aan/uit te zetten