• Druk op de Geheugentoets . Er weerklinkt een bevestigingstoon.
Standaard programmatie : ‘0000’
4.20. Display-contrast instellen
• Druk op de Programmeertoets .
• Druk op cijfertoets ‘9’.
• Geef het gewenste contrast in (1-9) door meermaals op cijfertoets ‘1’ te
drukken.
• Druk op de Geheugentoets
.
5 NUMMERWEERGAVE (CLIP-CALLER ID)
De Cocoon 85/95 geeft het telefoonnummer weer bij inkomende
o p roepen. Deze functie is echter enkel mogelijk als deze dienst door u w
t e l e f o o n maatschappij wordt aangeboden en als u op deze dienst
geabonneerd bent. Neem hiervoor contact op met uw telefoon-
maatschappij. Als u een oproep hebt ontvangen, worden de nummers
bewaard in een oproeplijst. In deze lijst kunnen 30 nummers (van elk
max. 16 digits) bewaard worden.
5.1 Nieuwe oproepen.
Als u een nieuwe oproep hebt ontvangen, verschijnt het Clip-symbool
op de display.
5.2 Raadplegen van de oproeplijst
Bij het raadplegen van de oproeplijst, begint de lijst steeds met de laatst
binnengekomen oproep.
• Druk op de Programmeertoets .
• Druk op cijfertoets ‘5’.
• Het aantal nieuwe (ne) en het totaal aantal oproepen (tot) verschijnen
op de display.
• Gebruik de toetsen en om de lijst te doorlopen.
• Het begin van de oproeplijst wordt weergegeven met ‘END OF LIST’
• Het einde van de oproeplijst wordt weergegeven met ‘TOP OF LIST’
• Als het nummer groter is dan de display kan weergeven, verschijnt ‘->’
op de display. Druk op de ‘#’-toets om de rest van het telefoonnummer
te zien.
• U kan de oproeplijst verlaten door op de ‘R’-toets te dru k k e n .
5.3 Oproepen van een nummer uit de oproeplijst
• Doorloop de lijst tot het gewenste nummer op de display verschijnt.
• Druk op de Lijntoets . Het nummer wordt automatisch gevormd.
12
Cocoon 85/95