56
Het Tijdschema gebruiken
In elke record in het Tijdschema kunt u de datum, tijd en
sleutelwoorden voor het item opnemen.
Een item in het Tijdschema invoeren
1. Druk op (Sched).
<<
SCHEDULE
>>
DATE/TIME?
2. Om de datum en tijd in te voeren, drukt u op een
willekeurige cijfertoets om de invoermodus te
starten en typt u vervolgens de informatie. Om
bijvoorbeeld 20-09-1999, 11:30 in te voeren, typt u
200919991130.
Druk op X om desgewenst a.m. of p.m. te selecteren.
Het datumformaat is gebaseerd op het formaat dat u
voor het scherm Plaatselijke tijd hebt geselecteerd.
Zie
Plaatselijke tijd instellen
.
3. Druk op ENTER om sleutelwoorden voor het item
in te voeren. Typ bijvoorbeeld
WERKVERGADERING.
U kunt maximaal 108 tekens (letters, cijfers en
symbolen) invoeren.
20-9-1999
11:30 AM
STAFF MEETING